Column
Jaco Zuurmond
Gemeente- en academiepredikant
Naar wie luisteren we eigenlijk in de kerk?
Vergaderen tot in de kleine uurtjes, gewik en geweeg, en veel koffie. En desondanks eigenlijk steeds weer achter de feiten aanlopen. Want na elke moeizaam tot stand gekomen sluiting van een wijkkerkgebouw kondigde zich direct de volgende alweer aan. Om dit proces van voortdurende zorg en zich steeds herhalende pijn te doorbreken, besloten we in Enschede zo’n tien jaar geleden om de laatste vijf resterende wijkgemeentes in één keer samen te voegen tot één gezamenlijke stadsgemeente. Maar dat is met al die onderlinge verschillen nog niet zo gemakkelijk. We moesten op zoek naar een gezamenlijk liturgisch kader. Dus organiseerden we een gemeentegesprek over de kerkdienst: Wat zoeken we eigenlijk in de kerk, op zondagmorgen? Met welke verwachting komen we?
Op de flap-over verscheen een aardig rijtje: ‘de preek’ (met stip op 1), inspiratie, troost, hoop, muziek: de liederen en het orgelspel, onderwijzing, ontmoeting, gezelligheid, gebed, gedeelde stilte (ook vaak genoemd) en bezinning. Stuk voor stuk mooie redenen om naar de kerk te komen. Maar één reden werd niet genoemd… ‘God’. Deels was dat vast en zeker een vorm van oprecht ontzag. Het woordje ‘God’ is te kostbaar om als argument te gebruiken voor wat onontkoombaar puur mensenwerk is en blijft. Maar was het ook niet een typisch midden-orthodoxe verlegenheid dat we God ‘vergaten’?
----
‘Was het verlegenheid dat we God "vergaten"?’
----
Laat ik het bij mezelf houden. Natuurlijk doe ik mijn best om komende zondag een preek te verzorgen die naar vele kanten toe te verantwoorden is. De grondtekst rechtdoen, o.a. door gebruik van goede vertalingen en zorgvuldige exegese, de stem van synagoge en kerk laten klinken, de krant oftewel de actualiteit meenemen, aandacht voor pastorale zorg, het zal allemaal doorklinken, zondag. En bovendien hebben we in onze mooie ‘vernieuwbouwde’ kerk twee megaschermen staan waarin ik het gezegde ook nog eens met hoogwaardig beeldmateriaal kan ondersteunen.
En toch… en toch… Als dat alles is wat er zondag op het programma staat, als mijn preek uiteindelijk op z’n best een hoogtepuntje is van samengebrachte wijsheid en communicatieve vaardigheid van Jaco Zuurmond, zou het dan niet eerlijker zijn om de kerkgangers te adviseren om maar beter niet te komen, zondag? Als God niet ergens een woordje meespreekt, dan is die hele kerkdienst uiteindelijk niet meer dan ‘vermoeienis’, zo leert ons Miskotte, tamelijk confronterend.
----
‘Als God niet ergens een woordje meespreekt, is een kerkdienst vermoeienis, zegt Miskotte’
----
En Miskotte vraagt door. Aan mij als voorganger: ‘Hoe zorg je dat je het Woord van God niet in de weg zal staan met je woorden, dat je de mening van de Geest niet zal verdonkeren met je woorden?’ En ja, door dit soort vragen wordt het best ingewikkeld! Niet alleen voor de dominee. In nuchtere consequentie stelt Miskotte de vraag even intens in het midden van de gemeente: Hoe voorkomen we als gemeente dat we onszelf afsluiten voor het Woord van God, door bijvoorbeeld al te veel gezelligheid en al te makkelijke gelovigheid, of door onze gehechtheid aan herkenbare moraal en geijkte vroomheid? Zijn we überhaupt in staat en bereid iets nieuws te horen? En ja, ook die vragen maken de kerkgang er niet eenvoudiger op.
Voor predikanten is er een opleiding, en bestaat er nascholing. Maar hoe zit dat met de gemeente? Zeker, er is een bescheiden traditie van ‘preek-nabespreking’. Maar dat is achteraf, bijgevolg vaak vooral gericht op het gesprokene, en zo in de praktijk vooral een vorm van feedback voor de predikant. En zou het niet goed zijn om het ook eens sec over ons luisteren te hebben? Als ‘God een woordje meespreekt’ in de preek (en in lied, gebed en schriftlezing, in de stilte), al is dat totaal ongrijpbaar, wat betekent dat voor de manier waarop ik binnenkom, waarop ik ga zitten, waarop ik luister vooral? Hoe voorkomen wij dat wij als gemeente juist al luisterend, God in de weg zullen staan? Luisteren naar een preek is toch wat anders dan luisteren naar een redevoering, of naar een betoog, hoe inspirerend of hoopgevend ook. Of waren we vergeten naar wie we ten diepste luisteren in de kerk?